De vlucht vooruit

De vlucht vooruit

De actualiteit is boeiend, uitdagend, soms onthutsend en deprimerend. Laten we ons niet “vertrumpen”, maar positief denken over opportuniteiten die zich anno 2017 aandienen. De Stad Limburg kan hierin een pioniersrol vervullen, anticiperen op tendensen die zich min of meer direct en dwingend aandienen. Zeker inzake ruimtelijke ordening en mobiliteit. Dit is een pleidooi om open, experimenterend aan de slag te gaan: de vlucht vooruit.

In de voorbije maanden stonden de volgende thema’s op de voorpagina’s van alle kranten: rekeningrijden, de betonstop, basisbereikbaarheid, gezinsverdunning. Daarnaast – maar minder in de verf gezet – bleek de Antwerpse energie-intercommunale niet bereid om in EANDIS te stappen wegens een “te grote prijsverhoging voor de Antwerpse energie-consumenten”. ( De netwerk-kostprijs is in een stad aanmerkelijk goedkoper dan in een dun bebouwd gebied) Ook de Vlaamse Milieu Maatschappij meldde dat enkele honderdduizenden woningen nooit “gratis” voorzien kunnen worden van een rioleringsaansluiting: onbetaalbaar. Tot slot: in de discussies over vrijwillige fusies van gemeenten pleiten burgemeesters van eerder landelijke gemeenten voor fusies met andere landelijke gemeenten, maar zeker niet met “steden”. Ook hier de vrees voor belastingverhogingen voor de eigen burgers. Steden blijken fiscaal duur te zijn.

Als je die elementen samen legt, krijg je een coherente puzzel. De boodschap is duidelijk. We moeten meer centrumgericht wonen. Kleiner, betaalbaar, met gemeenschapsvoorzieningen binnen bereik. (gezinsverdunning en betonstop) Als we dit doen ontstaat de mogelijkheid om gemeenschapsinfrastructuur betaalbaar te houden (energie, riolering,…). En krijgt De Lijn de mogelijkheid om haar gelaagd OV-net uit te rollen: snelle verbindingen tussen grotere kernen, via hoofdassen (decreet basisbereikbaarheid). Een beter, sneller openbaar vervoer als antwoord op de onvermijdelijke trend naar “rekeningrijden”, de responsabilisering van de autorijder die gaat betalen voor gebruik van verkeersinfrastructuur op piekplekken en –momenten. Er begint logica op te doemen in Vlaanderen, in Limburg.

Nu kunnen we twee kanten op. Ofwel wachten we passief af tot die – m.i. onvermijdelijke  –maatregelen verplicht worden, ofwel gaan we aan de slag en maken we die oefening op voorhand. Mijn standpunt blijkt uit de titel: de “vlucht vooruit”. Om de “schade te beperken”? Integendeel, om de opportuniteiten als eerste te benutten. De boven geschetste ontwikkelingen zijn immers geen Pandora-vloeken, maar realistische noodwendigheden met kansen tot economische en kwaliteitswinsten.

Kortom. Laat ons in de Stad Limburg kijken wat die betonstop –voorzien voor 2040 – nu kan betekenen. Of “verhandelbare bouwrechten” een nieuwe versie kunnen zijn van de agrarische ruilverkavelingen uit de jaren ’80. Hoe we nieuwe bus- en tramnetwerken kunnen inschakelen in een mobiliteitsketen, waar de (e-)fiets en de flexibele vraagafhankelijke OV-voertuigen op aansluiten en de first/last mile invullen. In een creatieve combinatie met bestaande transportfirma’s in innoverende PPS-constructies. (Limburg is nu helaas geen pilootregio voor het nieuwe decreet op basisbereikbaarheid).

“Wat we zelf doen, doen we misschien niet beter”. Maar zeker sneller. En dat is in deze “veel beter”.