Een twintiger in Limburg

stad Limburg

Part 1 - 2014

Ik zag 25 jaar geleden het levenslicht in Hasselt, groeide op in Bilzen, werk in Genk en woon in de hoofdstad van onze provincie. Pal in het centrum van de stad, aan de drempel van het stadhuis en omgeven door alternatieve winkelstraatjes met kleine handelaars en genoeg koffie-en wijnbars om elk weekend van het jaar op een andere locatie te kunnen vertoeven. Je hoort het al, ik loop nogal hoog op over onze provincie en dat zonder enig gevoel van schaamte of het overdadig omdraaien van mijn tong.

Toen ik de universitaire schoolbanken verliet en de deur van mijn kot in Leuven achter me dicht trok, was het niet perse de bedoeling dat ik me in Limburg zou gaan vestigen. Je gaat nu eenmaal niet zomaar ergens wonen om een statement te maken. Een twintiger gaat wonen op de plek waar ie werk en een leuke woning vindt. Zo ook ik, die op sollicitatiegesprekken ging in Brussel en Antwerpen, maar uiteindelijk koos voor een boeiende job in Genk. De eerste maanden voelde ik me precies waarvoor iedereen me gewaarschuwd had: opgesloten. Vanuit mijn ouderlijk huis in een petieterige deelgemeente van Bilzen elke dag, zonder rijbewijs, de oversteek maken naar Genk was – zacht uitgedrukt – uitdagend. Zonder bakker of slager, laat staan uitgaansmogelijkheden in de buurt, waren dat ook niet de meest bruisende maanden van mijn leven. Gelukkig vond ik niet veel later een pand in het centrum van de stad, met voldoende inspiratie en beleving in mijn achtertuin.

De combinatie van Hasselt en Genk, twee oh zo complementaire steden, weet mijn jonge geest perfect te voeden. In Hasselt zie je me in het weekend ronddwalen in Z33, tapas eten bij Juan Luis, shoppen tussen de Aldestraat en de Dorpsstraat, koffie sippen bij King Kong en eindigen met een gin-tonic bij Ecziteria. Gesprekken met creatieve leeftijdsgenoten krijg je er gratis en voor niets bij. In Genk ben ik het vaakst gelokaliseerd ter hoogte van C-mine, op een tentoonstelling in de imposante overblijfsels van de steenkoolmijn of iets verder op de Vennestraat, voor de multiculturele versmarkt of een pop-up in The Box. Ik mag dan klinken als een wandelende promotiespot, maar de lijst aan hotspots in mijn omgeving is echt eindeloos. En dan laat ik de combinatie met Nederlands Limburg nog buiten beschouwing.

Dus, als leeftijdsgenoten me vragen ‘of er wel wat te beleven valt in Limburg’, weet ik niet eens waar te beginnen. Meestal verwijs ik ze door naar mijn blog, waar ik mijn ontmoetingen met hip Limburg elke dag op vastleg. Ze verbazen zich oprecht over de manier waarop ik openlijk enthousiast vertel over waar ik woon, leef en werk. Daar wringt het schoentje volgens mij dan ook: stiekem zitten we allemaal wel opgezadeld met een brandend Limburggevoel, maar het stigma van het ‘zielige economische kneusje’ is zo immens, dat we het liever onder stoelen en banken steken dan het van de daken af te schreeuwen. Je kent het verhaal vast van de vicieuze cirkel? Zolang jonge Limburgers zich niet als dusdanig durven te outen uit vrees dat ze nadien niet meer serieus genomen worden, zitten we met een danig probleem.

Heeft het dan allemaal met ‘branding’ te maken? Zo gemakkelijk is het natuurlijk niet. Ik woon in de eerste plaats in Limburg omdat ik hier werk en een toffe woning heb gevonden. En de verbinding Hasselt-Genk is perfect doenbaar, zowel met de wagen als met het openbaar vervoer. En dat is eerder een uitzondering dan de regel. Zo ging ik tijdens mijn sollicitatieronde ook op gesprek bij een bedrijf in Tessenderlo en eentje in Maasmechelen. Dat verhaal is heel wat minder rooskleurig. Niet dat er daar helemaal niets te beleven valt, maar in Limburg moet je combinaties kunnen maken. En dan zijn gemakkelijke verbindingen echt wel een must. Daarom is niet enkel het ‘branden’ van de provincie belangrijk om twintigers aan te trekken en hier te houden, maar ook samenwerking tussen de verschillende steden zodat er combinaties kunnen gemaakt worden die aantrekkelijk zijn voor jongeren.

Want eens die jonge marketeer, grafisch designer, IT-er, communicatiespecialist,… zich in de hippe en creatieve kringen in Limburg beweegt, zal hij er van verstelt staan hoe inspirerend maar ook gemoedelijk de sfeer hier is. Want waar we aan narcisme soms een aanzienlijk te kort hebben, is er aan warmte te over. Meer dan op andere plekken is er animo om samen dingen te doen, om dwarsverbanden te smeden en om elkaars contacten met elkaar te delen. Achter elke handelszaak en bedrijfje waar ik wekelijks passeer, gaat een Limburger schuil met een verhaal, die ook goesting heeft om dat te vertellen en te delen. Mensen die geloven in wat ze doen en zich net als ikzelf goed voelen in de omgeving waar ze dat doen.  Bovendien is Limburg momenteel nog op heel wat vlakken onontgonnen terrein en zijn Limburgers erg nieuwsgierig naar de creatieve ideeën die in hun omgeving ontpoppen. Neem eender welk hip concept waar ze in Antwerpen, Gent of Brussel onder het mom ‘been there, done that’ hun neus voor ophalen, in Limburg is het ongetwijfeld nog een schot in de roos. ‘Slow’ als een opportuniteit, in plaats van een struikelblok.

De dag dat mijn omgeving me niet meer voldoende boeit of niet meer voldoende stimuleert om mijn ding te doen, pak ik mijn biezen en ben ik weg. Die dag is nog niet aangebroken en er bloeit en groeit zoveel, dat het ongetwijfeld nog een tijdje zal duren voor ik mijn vizier verleg.

Part 2 - 2017

Nu “Stad Limburg” na de papieren versie ook een online platform kreeg, werd het hoog tijd om me te buigen over mijn fleurige tekst van drie jaar geleden. Ik mag mezelf inderdaad nog steeds twintiger noemen, al begint het te korten. Ik brei graag een nieuw hoofdstuk aan het eerste epistel. Ook jij bent vast benieuwd of ik nog steeds “onder de kerktoren" woon?

Affirmatief! En wat zijn de opportuniteiten in Limburg in die drie jaar tijd gestegen. Het aantal creatieve ondernemers in de zijstraten van mijn stad is alleen maar toegenomen. Volgens mij telt Hasselt in 2017 zoveel wijn- koffie- en cocktailbars dat ze zich kunnen verenigen. En ook in het centrum van Genk kan je inmiddels aan cocktails sippen in de gebruikelijke hippe interieurs. Zelfs Bokrijk heeft het stoffige, provinciale image van zich af kunnen gooien.

Ik heb de markt in Limburg ook zelf leren kennen als jonge, creatieve ondernemer in bijberoep. Aan interesse in alternatieve koopwaar en koopkracht geen tekort zo blijkt, we boeren goed. En ondertussen zie ik sommige “vertrekkers” ook met mondjesmaat terugkeren naar hun roots. Naar de alles-in-één regio waar het gemoedelijk leven is, de huizen nog betaalbaar zijn en er genoeg te doen is om het weekend mee te vullen.

Jammer genoeg heb ik het drie jaar later nog steeds niet over de revival van het Noorden. Of je nu kiest voor het openbaar vervoer of de personenwagen, de verbindingen in Limburg blijven problematisch. Geen tijd om op onze lauweren te rusten, dus. Maar Rome was ook niet op één dag gebouwd, toch?