Amsterdam wil een donutstad worden!

Schematische voorstelling van de donuteconomie

Amsterdam wil een donutstad worden!

Middenin de eerste Corona-golf maakte de stad Amsterdam vorig jaar bekend ‘donutstad’ te willen worden om op die manier te herstellen van de huidige crisis en toekomstige te voorkomen.

Donutstad is een concept gebaseerd op de donuteconomie gelanceerd door Kate Raworth (zie verder hieronder).

Eigenlijk is het geen toeval dat het juist Amsterdam is dat economisch een andere weg wil opgaan. Amsterdam, toevallig ook de stad van de eerste aandelenbeurs,  is al eeuwenlang een innovatieve en vooruitstrevende stad. Maar ook een havenstad, een stad met een sterke economie waardoor die beslissing om over te stappen naar een nieuw economisch model heel wat moed vraagt en tezelfdertijd heel wat vragen oproept.

Te meer omdat er toch heel wat kritiek komt op de donuteconomie die Kate Raworth voorstelt en wel van verschillende zijden. Vele klassieke economen maken onomwonden duidelijk dat Raworth met het principe dat er “grenzen zijn aan de groei”,  de wereld in een chaos gaat storten die voor niemand goed zal zijn. Anderen verwijten haar dat ze te weinig concreet is, te weinig rekening houdt met technologische ontwikkelingen maar vooral dat ze weinig woorden over heeft over de politieke structuren en discussies, zeg maar de politieke strijd, die nodig zijn om haar doelstellingen te realiseren.

Maar Amsterdam gaat dus wel voor de donuteconomie! Opmerkelijk voor een wereldstad, nog meer met de postcorona economische uitdaging die zich aandient.

Amsterdam wil niet alleen een groene stad zijn en duurzaam met de stad en de planeet omgaan maar is vastbesloten ook een sociale stad zijn. De ambitie is dus om alle 872.000 inwoners binnen de donut te brengen. Dit betekent dat men er voor gaat om iedere inwoner een goede levenskwaliteit te garanderen zonder daarvoor de planeet meer te belasten dan ze kan verdragen.

Amsterdam was natuurlijk al langer bezig met duurzaam beleid maar in het donutmodel vinden ze een theoretisch kader en vooral een groter verhaal. Niet zomaar een verzameling van losstaande duurzame projecten.

De donut laat daarbij duidelijk zien dat het niet alleen gaat om het hier en het nu, maar ook over daar en straks, over de gevolgen die ons leven heeft voor mensen elders en voor toekomstige generaties. Topics waar het Amsterdams stadsbestuur terdege rekening wil mee houden in haar beleid én waarbij men de inwoners maximaal wil betrekken.

Om alles concreet te maken ging in december de Amsterdam Donut Coalitie van start met daarin 170 personen en 40 organisaties, met als vertrekbasis een lokaal en mondiaal sociaal en ecologisch stadsportret.

Voorbeelden van aandachtspunten zijn onder meer de hoge huisvestingskosten, armoede en eenzaamheid maar ook het bevorderen van biodiversiteit in de stad. Een zeer belangrijk actiepunt is het streven naar een volledig circulaire stad. Geen of zo weinig mogelijk afval en zo mogelijk, het volledig hergebruik van gebruikte materialen.

Een bijzonder voorbeeld hiervan is de samenwerking met jeans fabrikanten. Gestreefd wordt om tegen 2023 20% gerecycleerd materiaal in nieuwe jeans te krijgen. De stad gaat daarvoor een ophaling organiseren voor oude en versleten jeans en zelfs onderzoeken om een herstelshop voor jeans te openen. Dit onder het motto : beter herstellen dan weggooien. Waarom jeans? Ze worden veel gedragen en het produceren ervan vraagt enorm veel water en het gebruik van vervuilende chemicaliën.

Ook in de bouwsector wil men duurzamer werken met bijvoorbeeld een ‘materialenpaspoort’ voor gebouwen. Hierdoor worden alle nieuwe gebouwen herleidbaar en kunnen de materialen na afbraak gemakkelijker herbestemd worden.

Een van de knelpunten waar men zich eveneens over buigt is de problematiek van de haven als een van de belangrijkste handels – en logistieke centra in de wereld. Een voorbeeld van een knelpunt is het volgende :  in Ghana werken meer dan 3500 arbeiders in zeer slechte omstandigheden op cacaoplantages. De haven van Amsterdam is tezelfdertijd de grootste importeur van cacaobonen uit Ghana en West-Afrika. Hoe gaat met hier mee om in het kader van de donuteconomie ?

De ambitie is er, elke dag wil men nieuwe initiatieven opstarten. De sturing gebeurt onder leiding van de Amsterdam Economic Board (de Amsterdamse POM), de Hogeschool van Amsterdam en Pakhuis de Zwijger (een onafhankelijk platform voor stedelijke ontwikkeling).

We kijken uit naar de resultaten.

De donuteconomie

Het is eigenlijk naar aanleiding van de aankondiging van de stad Amsterdam dat ze naar een donuteconomie willen evolueren, dat dit model terug in de belangstelling komt.

De donuteconomie is een economisch concept dat de Britse economist Kate Raworth in 2017 lanceerde met als boodschap dat de economische principes van de 20ste eeuw niet meer konden toegepast worden op de realiteit van de 21 ste eeuw met haar grote klimaatuitdaging. In haar internationale bestseller “Donuteconomie. In zeven stappen naar een economie voor de 21ste eeuw” pleit ze voor een economie die ‘groei’ niet meer centraal stelt.  Een economie die ‘distributief’ (= gelijke verdeling van welvaart en rijkdom) en ‘generatief’ (hergebruik bevorderen, afval minimaliseren en uitputting van schaarse grondstoffen vermijden) is. Ofwel een economie die voorziet in de behoeften van iedereen maar de draagkracht van de aarde niet overschrijdt.

Schematisch - zie afbeelding :

De binnenste ring geeft twaalf essentiële behoeften aan waar iedereen in onze samenleving recht op heeft : het sociaal fundament van onze samenleving. Recht op water, gezondheid, energie, huisvesting enz

De buitenste ring geeft negen limieten weer van ons levensnoodzakelijk ecologisch systeem : het ecologisch plafond. Vermindering biodiversiteit, klimaatverandering, verzuring van de oceanen enz

In de ‘donut’ – the sweet spot – ligt de ruimte die ecologisch veilig en sociaal rechtvaardig is en waar de mensheid goed kan gedijen.

Mensen in rijke landen leven boven het ecologisch plafond terwijl deze in armere landen heel dikwijls beneden het sociaal fundament vallen.

In deze schematische voorstelling kan men de SDG’s, de Social Development Goals van de VN ook duidelijk in terugvinden.

Wereldwijd

Amsterdam is dus de eerste grote stad in de wereld die het principe van de donuteconomie omarmt en wil toepassen. Maar ze krijgt al snel navolgers.

Zo heeft de gemeenteraad van Kopenhagen ondertussen beslist om het voorbeeld van Amsterdam te volgen evenals het Brussels gewest in ons land, kleinere steden in Nieuw-Zeeland en Canada. Portland en Austin in de Verenigde Staten zijn hun eigen versie van de donuteconomie aan het voorbereiden.

Een van de eerste beslissingen van de stad Kopenhagen is al gekend :  aannemers die voor de stad werken gaan beboet worden  wanneer ze hun werknemers onderbetalen of slecht behandelen.

Het donut-model krijgt ook steun van enkele invloedrijke wereldburgers als de Paus (!) en de Britse natuurwetenschapper Sir David Attenborough.

Kate Raworth heeft vorig jaar samen met onder meer de C40 steden, dat zijn de 96 wereldsteden die zich inzetten voor het beperken van de klimaatopwarming tot 1,5 graad, een Doughnut Economics Action lab opgericht. Daarin ontwikkelde ze een instrument om een stadsportret te maken om steden een kader te bieden voor de ontwikkeling van het donutmodel.

Zonder twijfel zullen er nog steden en regio’s volgen.